Frank Verhulsdonck recenseert INDO
Aan de hand van haar eigen (familie) geschiedenis en stamboom besloot Marion Bloem om het ware verhaal over Nederlands-Indië te vertellen. Hoe het er daar echt aan toe ging in de kolonie en hoe de Indo's later, in Nederland, als de eerste generatie Indische-Nederlanders hier ontvangen werden, maar ook kijkt ze naar hoe het de latere generaties Indische-Nederlanders verging die hier werden geboren.
Tot die laatste groep behoort Marion Bloem, als tweede generatie Indische-Nederlander, ook zelf. Ze vertelt over haar jeugd en over haar schrijverschap, de hindernissen en de vooroordelen die ze ondervond. Ook vroeg ze zich af of er wel zoiets als een Indische cultuur bestaat en zo ja, wat is die Indische cultuur dan en kunnen we dan spreken van een Indische identiteit en wat houdt dat dan in? Dit totale verhaal leverde uiteindelijk het boek INDO op.
We noemen ons graag tolerant. Maar is dat wel terecht? Is Nederland wel zo verdraagzaam als wij denken te zijn? Die vraag borrelt meteen bij me op na het lezen van INDO, het boek van Marion Bloem. Met gepaste schaamte lees ik hoe wij zijn omgegaan met onze gekoloniseerde mede-Nederlanders, zowel in het toenmalige Nederlands-Indië als later in Nederland zelf, toen de Indische-Nederlanders gedwongen door veiligheidsoverwegingen, de boot vanuit Indonesië naar Nederland namen, naar het land waarvoor ze gevochten hadden. Eerst tijdens de Tweede Wereldoorlog tegen de Japanse bezetter en daarna tegen het Indonesische vrijheidsleger.
Maar welkom voelden ze zich hier allerminst en al helemaal niet thuis. Maar ze konden nergens heen. Teruggaan was geen optie, daar waren ze hun leven niet zeker. Ze waren alles kwijt.
Dus maakten ze er maar het beste van. Marion Bloem heeft een aangrijpend boek geschreven. Regelmatig moest ik het even wegleggen om het op me in te laten werken. Veel heftige passages die me niet onberoerd lieten. Vooral de persoonlijke (familie) gebeurtenissen raakten me. Op onze (koloniale) geschiedenis kunnen we niet met trots terugkijken. Naast de rijkdom die het ons heeft gebracht, hebben we ook veel leed en onrecht bezorgd en veel (onschuldig) bloed vergoten.
Onze zonovergoten Gouden Eeuw heeft ook een inktzwarte schaduwzijde waar niet iedereen weet van heeft. Een schaduwzijde van uitbuiting en slavernij die tot in de negentiende/twintigste eeuw voortduurde. Je zou het een verborgen geschiedenis kunnen noemen. En juist deze verborgen geschiedenis heeft Marion Bloem volop in het daglicht gezet met INDO. Een boek waar je van schrikt en dat je doet nadenken en beseffen dat wij lang niet dat tolerante volkje zijn dat we graag willen zijn. We hebben veel leed veroorzaakt en misschien doen we dat nog steeds, gezien het vluchtelingen en migratieprobleem waar we nu mee te maken hebben. Nog steeds zijn er mensen die zich hier niet thuis en ontheemd voelen. Dat mogen we ons best wel aantrekken.
Marion Bloem heeft een prachtig boek geschreven over identiteit, over wie ze is, waar ze vandaan kwam, haar persoonlijke en familie geschiedenis vormen de leidraad waarin ze zich kwetsbaar opstelt en zichzelf bloot durft te geven. Je kan het als haar persoonlijke nalatenschap zien die ze nalaat aan haar familie/nabestaanden en aan iedereen die zich in onze koloniale geschiedenis interesseert. Het knappe aan het boek is dat ze naar alle kanten van het verhaal keek. Niet alleen naar de pijn van de Indische mensen, maar ook naar de motieven en gevoelens van de mensen die vanuit Europa naar de andere kant van de wereld reisden. Ook zij moesten afzien, zowel tijdens hun reis, die lang niet iedereen overleefde, als in dat nieuwe land zelf. Zij wisten ook vaak niet waar ze aan begonnen en wat ze daar zouden aantreffen. Ze zijn vaak onder mooie voorwendselen gelokt om naar Nederlands-Indië te gaan om vervolgens onder erbarmelijke omstandigheden in een koloniale oorlog terecht te komen. Ook kijkt ze hoe het haarzelf is vergaan als tweede generatie Indische-Nederlander. Waar liep ze zelf tegenaan? Met welke vooroordelen had zijzelf te maken? Hoeveel moeite heeft ze moeten doen als schrijver totdat eindelijk haar debuut Geen gewoon Indisch meisje in de winkel lag? Werd ze wel voor vol aangezien? Bleef ze altijd dat Indische meisje, of die Indische schrijfster, ook al is ze hier in Nederland geboren?
En hoe verging het al die andere tweede-generatie Indische-Nederlanders in dit land?
Daarnaast vraagt ze zich hardop af of de Indische Nederlander wel bestaat, welke plek had de Indische Nederlander in Nederlands-Indië? Wat was dat voor een samenleving in de kolonie? Wat hield de verdeel-heers-cultuur precies in? Hoe gedroeg de Nederlander zich daar en...is Nederland wel echt gedekoloniseerd?
Het boek geeft openhartig antwoorden op al deze vragen.
Marion Bloem wil zichzelf niet meer Indisch noemen. Iedereen met een Nederlands paspoort is voor haar een Nederlander, dus waarom zou zij zichzelf dan een Indische-Nederlander noemen? De term Indische-Nederlander werd in de koloniale tijd gebruikt om de scheidslijnen aan te geven in een land van ongelijkheid en onrechtvaardigheid, een verdeel-en-heers-samenleving waarbij de blanke Nederlander de meest bevoorrechte positie had, en de echtgenote en dochters van de tani, de inheemse landbouwer, wellicht de minst bedeelden waren, met daaronder nog rechtelozer de lijfeigenen en slaven die blij mochten zijn als ze iets te eten kregen. Reden te meer voor haar om zich niet langer een Indische-Nederlander te noemen, of Indisch. Natuurlijk schaamt ze zich niet om zichzelf een Indo te noemen. Voor haar verwijst Indisch naar diversiteit en naar het belang van respect voor een samenleving waarin diversiteit vanzelfsprekend is. Ze ziet haar mestiezenafkomst nog altijd als rijkdom, als de gelegenheid om uit meerdere culturen het beste te kiezen, en om verder te kijken dan de grenzen van een land. Ze is dankbaar dat ze zelf deel uitmaakt van een migrantencultuur, dat ze in de gelegenheid is gekomen om aspecten van de migratiecultuur te proeven, zodat ze zich kan verplaatsen in andere migranten. Ze is er trots op dat ze meerdere culturen in zich draagt en dat in haar meerdere culturen zijn verenigd. Een bizarre trots vindt ze zelf, maar net als jaloezie is trots een gevoel waar ze niemand kwaad mee doet. Ze wil gewoon zijn wie ze is. Dat niemand haar nog indeelt, maar aanvaardt zoals ze is. Soms hoogmoedig en onnozel, dan weer bescheiden en beleefd en uiteindelijk hoopt ze een lankmoedig mens te zijn, een vriendelijke vrouw die alle onhebbelijkheden die ze in de loop van haar leven heeft vergaard en ook weer heeft afgeleerd en dat ze elk mens open en zonder vooroordelen kan betreden.
Ze wil haar nageslacht meegeven dat alle mensen gelijk zijn, dat ze zelf hun religie moeten kunnen kiezen, dat ze hun geloof moeten kunnen belijden zoals zij dat willen en dat gelovigen anderen, die geen religie aanhouden, horen te respecteren. Ze wil vooral doorgeven dat geen enkele cultuur, geen enkele religie, geen enkel non-religieus geloof, geen enkele mensvorm superieur is aan een andere.
Marion Bloem heeft een geheel eigen schrijfstijl. Ze schrijft bondig, wisselt met humoristische anekdotes de heftige onderwerpen af waardoor het boek prettig en gemakkelijk wegleest. Juist door haar humor houdt ze het verhaal luchtig, terwijl het thema zwaar en triest is. Je voelt je als lezer er soms wat ongemakkelijk bij, wellicht gevoed door schaamtegevoel. Ze veroordeelt nergens, maar beschrijft precies tot in detail wat er in Nederlands-Indië is gebeurd. En hoe het de eerste en tweede generatie Indische-Nederlanders is vergaan in Nederland en, met name, ook hoe het haar zelf is vergaan als meisje, als tiener, als schrijfster en als volwassen vrouw, moeder en oma. Ze kijkt ook terug op haar eigen leven. Die loopt als een rode draad door het boek.
Dit boek mag eigenlijk in geen enkel schoollokaal ontbreken wanneer het over onze geschiedenis in Nederlands-Indië gaat. Het geeft een heel goed beeld over onze koloniale geschiedenis in de archipel. Een geschiedenis die iedere Nederlander hoort te weten en te kennen en ook hoe we met onze mede-Nederlanders zijn omgesprongen nadat ze hier terecht zijn gekomen of zelfs, later, hier zijn geboren. Dit boek is een verrijking voor onze culturele geschiedenis. Een boek wat je gelezen 'moet' hebben! En...misschien nog leuk om te vermelden: INDO is ook uitgekozen voor de leeslijst van autobiografische boeken op senia.nl en haar romandebuut Geen gewoon Indisch meisje staat inmiddels op 'De nieuwe koloniale leeslijst'. We kunnen dus gerust zeggen dat Marion Bloem geen gewoon Indisch meisje meer is, al is ze wel altijd 'gewoon' gebleven.
Comments