top of page

Post

Bericht aan Fiona Tan: Thuis

Marion heeft zich altijd verwant gevoeld met de kunstenaar Fiona Tan. Zij wenden verschillende kunstvormen aan, maar reflecteren op dezelfde thema's. Wat betekent het om gelijktijdig ergens thuis én vreemd te zijn? Welke verhalen mogen we ons toe-eigenen en welke behoren een ander toe?

In het Eye Filmmuseum is tot en met 8 januari 2023 de tentoonstelling Fiona Tan – Mountains and Molehills te bezoeken. Eye vroeg een drietal schrijvers om een tekst te maken als antwoord op deze tentoonstelling. Marion schreef een pamfletisch gedicht met de titel Thuis.


Thuis

Thuis, waar we mogen zijn zoals we willen, niks meer hoeven Thuis, hoe een puber zich voelt als er helemaal niemand zeurt Thuis, waar je meent toch liever elders te vertoeven waar sleur, verveling en te veel verrassing wordt betreurd Thuis heeft kommer. Thuis heeft kwel. En is toch nergens beter Thuis, waar we grootse plannen smeden en ze net zo snel vergeten Thuis kun je veilig verlangen naar een toekomstig ander thuis Thuis mag je zwalken tussen nonsens en noodzaak Thuis kun je rennen van wanhoop naar geluk. En terug Thuis huppel je probleemloos van zinvol naar zinloos Van dal naar heuvel. Van top naar put. Van zekerheid naar nergens Thuis zwem je kalm vlinder in winterse mist. Zomernevel Thuis, waar het water altijd lekkerder zal smaken Thuis, waar je eindeloos verveeld je slome zelf graag uitprobeert Thuis, waar je tong haar eigen gang kan gaan. Lustig leren Thuis, waar je wellicht weleens te vaak wil fantaseren Een spannender leven, hoe jou alles wordt vergeven, waar je gedachten zonder vrees en zonder sancties hardop vorm mag geven Thuis hoeven we ons niet goed, belangrijk of van enig nut te voelen Thuis geven we ons over aan de helende kracht van muziek Thuis mag je zuchten, schreeuwen, huilen, klaaglijk wenen Thuis mag ik chillen, slapen, dansen, springen wat ik wil Geen doel geen hoop. Geen dag geen nacht. Van gisteren naar overmorgen. Thuis mag je wachten tot weemoed is gesleten Thuis mag ouderlijke geborgenheid niet ontbreken Thuis, sexy wollen sokken op een kruimelig tapijt Thuis, ruis van iets wat altijd toch gemoedelijk lijkt Thuis, soms tijdelijk, thuis, soms slechts belofte De laatste hoop. Thuis. Stil. Koket. Kabaal. Banaal Basaal. Thuis is de weg. Noodzakelijk. Voor vrede. Soms komt het voorbij en dan laten we het trots passeren Thuis kan ook slechts een brede glimlach zijn, een knik, een grijns Thuis kan een blik van boos naar sorry zijn, sorry ‘k was jouw pijn vergeten Thuis, wat je durft verlaten voor een gedroomd ander mooier thuis Om nog te groeien. Om iets te worden. Om groot of groots te zijn Thuis kan in een hart gekoesterd zijn of niet meer vast te grijpen Thuis, waar je onverbloemd je broze liefde schenkt Thuis, waar je liefde rijkelijk wilt ontvangen Thuis, waar je om liefde lijkt te mogen vragen Thuis, waar je ongeremd mag praten. Taboes die juist thuis niet pijnloos zijn. Verhuld. Verkapt. Rechtuit Thuis kun je onbeschroomd zonder huiver verzuchten Thuis, vaak een plek, soms een beweging, een ijdele wens soms onrustig, soms feilloos vredig, een vage droom een verte, doel, een nobel of egocentrisch streven. Fata morgana Thuis onafwendbaar ontaard, thuis in puin, verstoken van rede Zonder kader. Oord van strijd. Tragiek zonder einde. Thuis verworden tot eeuwig vluchten. Blinde zucht naar veiligheid Thuis, waar je terug wilt keren als het elders tegenvalt Thuis, waar de vogels fluiten en je de melodie al niet meer hoort Thuis, waar je bent vergeten om de bescheiden bries te voelen Thuis, waar we iedere identiteit onbevreesd heldhaftig passen Thuis, zonder regels die een vreedzaam thuis wreed verbieden door verdeling. Afkomst. Sekse. Standen. Klassen. Kasten Thuis zijn wij vaak blind en doof voor hoe wij anderen een thuis geleidelijk, indirect, gedwee ontnemen, zo niet getuige dan wel medeplichtig aan hoe anderen een schamel thuis niet wordt gegund En thuis voor een ander kan ons veel te vaak te weinig schelen Thuis als glimlach. Thuis als groet. Thuis als geweten Mijn comfortabel thuis deed mij jouw vlucht van thuis vergeten Thuis ligt als opgevangen regen in een rood met oker eikenblad Thuis ligt in een groet op straat waar een vreemde doelloos gaat of staat en desondanks niet met de nek wordt aangekeken. Thuis is wat men soms in koorts verlaat om het elders te proberen. Thuis is waar ontheemden desperaat van gaan vervreemden En thuis is wat ook mijn familie meerdere malen moest ontberen Mijn thuis is as geworden met een nummer op een rondje in een zwarte zak. Van mijn thuis heb ik vredig afscheid kunnen nemen en vaarwel heeft niets gewijzigd aan mijn prachtig rieten dak. Thuis was voor mij de man die ik omarmde, thuis was zijn adem, thuis dat was hij. Dat thuis is kwijt, dat thuis is terug naar een eerder eeuwig huis Mijn thuis is wat ik weer moet vinden. Thuis is waar ik wil schuilen voor kille werkelijkheid. Thuis is wat ik weer moet zien te vinden in mijn eigen huis. Toch, mijn diep ver- driet omtrent mijn gestorven thuis is naast alle leed van ontheemden die zelfs een lekkend dak boven het vermoeide hoofd moeten missen maar een ongemakkelijke kleinigheid Als rouw een muur wordt zonder zicht op mensen in vernede- rende kou, als verdriet omheint terwijl zonlicht vanzelfsprekend rond mij kan blijven schijnen. Als thuis een cirkel wordt. Hermetisch dicht. Deuren. Wanden. Dubbelglas in lood. Reik mij dan de hand Open mijn mededogen. Toon mij die verre werkelijkheid Bevrijd mij zachtjes zorgzaam van mijn dichtgeslibde thuis Thuis is geen bezit, thuis is geluk, een veilig thuis is geen gegeven Thuis is waar de kachel brandt bij net geen graad of zeven Thuis is een geschenk dat je met een vluchteling kan delen Thuis is voor ons samen, een gezamenlijk thuis. Een thuis voor ieder mens is de noodzakelijke weg naar later. Een thuis, een huis, een oord waar we mogen zijn wie we hopen dat we zijn Zwem naast mij als ik verdwaald in tranen mij vanuit verdovend missen achter verdichtend liguster schuil. Wek mij uit mijn wintermist. Wijs mij op mijn huis waarin een nieuw thuis heus zal groeien. Elk ontmoet ooit groot verlies, ook jij en ik, niet slechts zij die zonder visum een hartverwarmend thuis in angst – zonder ruimte voor rouw – in haast moesten verlaten.

bottom of page